Korte samenvatting van de (mogelijke) activiteiten
De les behandelt de evolutie van de landbouw in Vlaanderen en de invloed van technologie en wetenschap op moderne landbouwpraktijken. Op de boerderij onderzoeken leerlingen hoe automatisatie werkt door foto’s te maken en deze te analyseren. Daarnaast ontwerpen ze routes voor programmeerbare auto's die tractors simuleren en nemen ze deel aan een wedstrijd om de meest efficiënte route te bedenken.
Tijdens verhalende oefeningen en theorie gaan leerlingen dieper in op arbeid en energie in de landbouw. Ze schatten bijvoorbeeld de tijd en het energieverbruik bij processen zoals oogsten, melken en zaaien. Ook leren ze over fotosynthese en hoe planten zonlicht omzetten in energie.
Motivatie
Veel mensen zijn zich niet meer bewust van de enorme arbeid op een boerderij. Boeren blijven vaak onzichtbare krachten in de voedselproductie. Gelukkig openen steeds meer boeren hun deuren, zodat mensen direct kunnen ervaren hoeveel werk het vergt. De dialoog tussen boeren en leerlingen helpt om een dieper begrip te krijgen van de arbeidsintensieve processen.
Tijdsduur
Je hebt zelf de keuze om één of meerdere activiteiten rond arbeid en tijd uitwerken. Je kan de activiteit heel oppervlakkig behandelen of er zelf wat dieper op ingaan met je leerlingen.
Doelen
De leerlingen kunnen:
historische ontwikkelingen en hedendaagse uitdagingen in de landbouwsector begrijpen.
de complexiteit van de landbouwsector evalueren, inclusief factoren zoals klimaatverandering en technologische vooruitgang.
duurzaamheidsprincipes toepassen in de context van landbouw en milieu.
de relatie tussen arbeid, tijd en energie in de landbouw identificeren en analyseren.
innovatieve oplossingen bedenken voor uitdagingen in de landbouwsector door kritisch denken en probleemoplossende vaardigheden toe te passen.
de sociale en economische aspecten van landbouw herkennen en de rol van boeren in de gemeenschap begrijpen.
effectieve communicatie en samenwerking demonstreren met belanghebbenden in de landbouwsector.
zelfreflectie toepassen om persoonlijke houdingen en overtuigingen met betrekking tot landbouw te evalueren.
informatie uit verschillende bronnen onderzoeken, analyseren en synthetiseren.
een brede benadering van landbouw ontwikkelen, waarbij economische, sociale, ecologische en ethische overwegingen worden geïntegreerd.
Techniek en samenleving
De leerlingen kunnen
2.2. specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische systemen onderzoeken door middel van hanteren, monteren of demonteren;
2.3. onderzoeken hoe het komt dat een zelf gebruikt technisch systeem niet of slecht functioneert;
2.4. illustreren dat sommige technische systemen moeten worden onderhouden;
2.5. illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren;
2.6. illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen;
2.7. in concrete ervaringen stappen van het technisch proces herkennen (het probleem stellen, oplossingen ontwikkelen, maken, in gebruik nemen, evalueren);
2.8. technische systemen, het technisch proces, hulpmiddelen en keuzen herkennen binnen verschillende toepassingsgebieden van techniek.
2.9. een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen;
2.10. bepalen aan welke vereisten het technisch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren, moet voldoen;
2.11. ideeën genereren voor een ontwerp van een technisch systeem;
2.12. keuzen maken bij het gebruiken of realiseren van een technisch systeem, rekening houdend met de behoefte, met de vereisten en met de beschikbare hulpmiddelen;
2.13. een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren;
2.14. werkwijzen en technische systemen vergelijken en over beide een oordeel formuleren aan de hand van criteria;
2.15. technische systemen in verschillende toepassingsgebieden van techniek gebruiken en/of realiseren.
2.16. zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken.
2.17. illustreren dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden;
De leerlingen leggen het verband tussen
06.33 krachten en hun uitwerking in betekenisvolle contexten.
06.34 massadichtheid, volume en massa.
06.35 constante snelheid, verplaatsing en tijdsduur.