Korte samenvatting van de (mogelijke) activiteiten
Brainstorm over energie: wat is energie, waar komt het voor en kunnen we het gemakkelijk bewaren?
Energie op een land- en tuinbouwbedrijf: waar hebben land- en tuinbouwers energie voor nodig in de verschillende land- en tuinbouwsectoren?
De kracht van energie in de land- en tuinbouw: hoe gebruiken land- en tuinbouwers biodiesel, zonne- of windenergie?
Een pocketvergister: uitleg over de werking.
Onderzoeksvragen: voor en tijdens het boerderijbezoek.
Naverwerking en reflectievragen.
Motivatie
Energie is schaars en duur. En de landbouw heeft er veel van nodig. Denk aan verwarming en verlichting in serres, ventilatie in stallen, kweeklampen, koelinstallaties, enzovoort. Dit verplicht de landbouwer om creatief met energie om te springen, niet alleen om het milieu te sparen maar ook om zijn bedrijf rendabel te houden. Gelukkig zijn er veel mogelijkheden om zelf warmte en elektriciteit op te wekken.
Tijdsduur
Je hebt zelf de keuze om één of meerdere activiteiten rond energie uit te werken. Je kan de activiteit heel oppervlakkig behandelen of er zelf wat dieper op ingaan met je leerlingen.
Doelen
Inzicht in energie en duurzaamheid
De leerlingen kunnen:
begrijpen wat energie is en hoe het gebruikt wordt in landbouw.
uitleggen waarom energiebeheer belangrijk is voor landbouw en duurzaamheid.
Probleemoplossend denken
De leerlingen kunnen:
voorstellen doen om energie te besparen en efficiënter te gebruiken op verschillende typen boerderijen.
begrijpen welke energiebesparende maatregelen door de overheid worden aanbevolen.
Wetenschappelijke begrippen en experimenten
De leerlingen kunnen:
begrijpen van concepten zoals fotosynthese, energieomzetting, en de werking van zonnepanelen en windmolens.
uitvoeren van eenvoudige experimenten om energieomzettingen te demonstreren.
Samenwerken en communiceren
De leerlingen kunnen:
in groepen samenwerken om oplossingen te onderzoeken en te presenteren.
effectief communiceren door presentaties, posters, en flyers te maken.
Vaardigheden
De leerlingen ontwikkelen:
analytische vaardigheden
het vermogen om energiegerelateerde problemen te identificeren en te analyseren.
kritisch denken over de oorzaken en gevolgen van energiegebruik en -besparing in de landbouw.
Onderzoeksvaardigheden
De leerlingen kunnen:
informatie verzamelen over energiebesparende maatregelen en oplossingen voor landbouwbedrijven.
experimenten uitvoeren en resultaten interpreteren om wetenschappelijke concepten te begrijpen.
Samenwerkingsvaardigheden
De leerlingen kunnen
effectief in groepen werken en taken verdelen.
luister- en discussievaardigheden tijdens klasgesprekken en groepsactiviteiten ontwikkelen.
De leerlingen kunnen
1.16. kunnen met enkele voorbeelden aantonen dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet-levende systemen en kunnen daarvan de energiebronnen benoemen.
1.23. tonen zich in hun gedrag bereid om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met afval, energie, papier, voedsel en water;
Kerncomponenten van techniek
De leerlingen kunnen
2.1. van technische systemen uit hun omgeving zeggen uit welke materialen of grondstoffen ze gemaakt zijn;
2.2. specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische systemen onderzoeken door middel van hanteren, monteren of demonteren;
2.3. onderzoeken hoe het komt dat een zelf gebruikt technisch systeem niet of slecht functioneert;
2.4. illustreren dat sommige technische systemen moeten worden onderhouden;
2.5. illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren;
2.6. illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen;
2.7. kunnen in concrete ervaringen stappen van het technisch proces herkennen (het probleem stellen, oplossingen ontwikkelen, maken, in gebruik nemen, evalueren);
2.8. technische systemen, het technisch proces, hulpmiddelen en keuzen herkennen binnen verschillende toepassingsgebieden van techniek.
De leerlingen
06.32 beschrijven energieomzettingen in systemen.
06.34 leggen het verband tussen massadichtheid, volume en massa.
06.35 leggen het verband tussen constante snelheid, verplaatsing en tijdsduur.
06.36 analyseren eigenschappen van materialen en grondstoffen in functie van een probleemstelling.
06.37 analyseren principes van de bouw en werking van technische systemen, hun deelsystemen, onderdelen en hun onderlinge samenhang in een energiesysteem en een informatieverwerkend systeem en in minstens 1 van de volgende systemen: een constructiesysteem, een transportsysteem en een biotechnische systeem.
06.38 doorlopen een technisch proces om een technisch systeem te realiseren vanuit behoefte(n) en criteria.
06.39 werken op een veilige en duurzame manier met materialen, stoffen, organismen en technische systemen.
06.40 gebruiken met de nodige nauwkeurigheid meetinstrumenten en hulpmiddelen.
06.41 gebruiken gepaste grootheden en eenheden in een correcte weergave.
06.42 voeren onderzoek aan de hand van een wetenschappelijke methode om kennis te ontwikkelen en om vragen te beantwoorden.
06.42 voeren onderzoek aan de hand van een wetenschappelijke methode om kennis te ontwikkelen en om vragen te beantwoorden.
06.43 ontwerpen een oplossing voor een probleem door wetenschappen, technologie of wiskunde geïntegreerd aan te wenden.
06.44 illustreren de wisselwerking tussen wetenschappen, technologie, wiskunde en de maatschappij aan de hand van maatschappelijke uitdagingen.